« Gedwongen te vluchten zoals Jezus Christus.
Landeigen ontheemde mensen onthalen, beschermen, bevorderen en integreren ».
Boodschap van paus Franciscus
Werelddag van de Migrant en de Vluchteling 2020
zondag 27 September
In het begin van dit jaar heb ik mijn toespraak tot de leden van het diplomatiek corps, dat geaccrediteerd is bij de Heilige Stoel, gewezen op het drama dat mensen overkomt die in hun eigen land ontheemd worden. Het is vandaag één van de vele actuele uitdagingen in de wereld. « De conflicten en de humanitaire noodsituaties, versterkt door de klimaatwijzigingen, verhogen het aantal landeigen ontheemde mensen. En dat heeft een weerslag op mensen die reeds in grote armoede leven. Een groot aantal landen dat getroffen is door dergelijke situaties ontberen aangepaste structuren om tegemoet te komen aan de noden van al wie ontheemd is » (9 Januari 2020).
De Sectie Migranten en Vluchtelingen van het Dicasterie voor de Bevordering van de Integrale Ontwikkeling van de Menselijke Persoon heeft daarover een document gepubliceerd « Pastorale Orientaties voor Landeigen ontheemde mensen » ( Vaticaan, 5 mei 2020). Het document wil pastorale acties van de Kerk inspireren en animeren.
Daarom heb ik besloten deze Boodschap te wijden aan het drama dat intern ontheemde mensen doormaken. Het is een drama dat vaak onzichtbaar blijft en dat nog versterkt wordt door de wereldwijde COVID-19 pandemie. Door haar ongebreidelde kracht en haar geografische verspreiding geeft deze crisis een heel andere dimensie aan veel andere bestaande urgente humanitaire noden die miljoenen mensen treffen. Initiatieven en internationale hulp die essentieel en heel dringend zijn om mensenlevens te redden, worden daardoor naar de achtergrond van de politieke agenda’s afgevoerd. Welnu, « Deze tijd mag géén tijd worden van het vergeten. De crisis die wij nu het hoofd bieden mag ons de andere dringende noden niet doen vergeten die zoveel mensen doen lijden». (Boodschap Urbi et Orbi, 12 april 2020).
In het licht van de tragische gebeurtenissen die wij dit jaar kennen breid ik deze Boodschap, die gewijd is aan de intern ontheemde mensen, nu uit naar allen die door de COVID-19 pandemie in situaties terecht gekomen zijn – of er nog in leven – van bestaans-onzekerheid, verwaarlozing, achterstelling, uitsluiting en verwerping.
Ik wil graag vetrekken vanuit het beeld dat Paus Pius XII inspireerde in zijn Apostolische Constitutie “ Exul familia” (1 Augustus 1952). Tijdens de vlucht naar Egypte beleeft Jezus samen met zijn ouders de tragiek die de ontheemde mens en de vluchteling doormaakt, namelijk de angst, de onzekerheid, de ongemakken (zie Mt. 2, 13-15.19-23). Vandaag maken helaas veel mensen hetzelfde door. Bijna elke dag brengen televisie en kranten nieuws over mensen die vluchten omwille van honger, oorlog en andere ernstige gevaren. Ze zoeken veiligheid en een waardig leven, voor zichzelf en voor hun gezinnen. " (Angelus, 29 December 2013). In elk van hen is Jezus aanwezig, gedwongen te vluchten om zichzelf te redden, zoals in de dagen van Herodes. Op hun gezichten lezen wij de oproep het gelaat van Christus te herkennen die hongerig is, dorstig, naakt, ziek, vreemdeling en gevangene. Hij ondervraagt ons (vgl. Mt 25: 31-46). Wanneer wij hem herkennen, zullen wij hem danken omdat hij het ons mogelijk heeft gemaakt hem te ontmoeten, lief te hebben en te dienen.
Ontheemde mensen bieden ons de gelegenheid de Heer te ontmoeten, « zelfs wanneer onze ogen moeite hebben hem te herkennen : door die gescheurde kleren, vuile voeten, een geschonden aangezicht, met een lichaam vol wonden, niet in staat onze taal te spreken ». (Homilie, 15 Februari 2019). Het gaat hier over de pastorale uitdaging om de vier werkwoorden in praktijk te brengen die wij in onze Boodschap voor de Werelddag in 2018 aanhaalden : verwelkomen, beschermen, bevorderen en integreren. Nu zou ik daar zes werkwoord-paren willen aan toevoegen. Ze verwijzen naar zeer concrete acties en maken ook verband duidelijk tussen oorzaak en gevolg.
Om te kunnen begrijpen moet men kennen. Kennis is een eerste noodzakelijke stap. Die leidt naar begrip. Jezus zelf onderwijst zijn leerlingen zo. We zien dit in de passus met de leerlingen van Emmaüs : « En het gebeurde, toen zij onderweg met elkaar in gesprek waren en overlegden dat Jezus zelf dichterbij kwam en samen met hen hun weg vervolgde. Maar hun ogen waren verhinderd om hem te herkennen » (Lk. 24, 15-16). Wanneer wij spreken over migranten en ontheemde mensen staan wij heel vaak stil bij cijfers. Maar het draait niet om cijfers. Het gaat over mensen ! Wanneer we hen ontmoeten zullen we hen leren kennen. En wanneer wij hun geschiedenis kennen, zullen wij hen kunnen begrijpen. Wij kunnen bijvoorbeeld begrijpen dat de bestaansonzekerheid en het lijden die wij leerden kennen ten gevolge van de pandemie een constant element is in het leven van ontheemde mensen.
Om te kunnen dienen is het nodig om ‘naaste’ te worden. Dit lijkt voor de hand te liggen, maar vaak is het dat niet. « Maar een Samaritaan die op reis was, kwam naar hem toe, zag hem en kreeg medelijden. Hij kwam dichterbij, verbond zijn wonden, goot er olie en wijn over, zette hem vervolgens op zijn eigen paard, bracht hem naar de herberg en zorgde voor hem » (Lk. 10: 33-34). Angsten en vooroordelen - veel vooroordelen - maken dat we anderen op afstand houden. Dikwijls verhinderen die vooroordelen ons om 'onszelf tot naaste' te maken, om hen met liefde te dienen. Je buurman benaderen betekent vaak dat je bereid bent risico's te nemen, zoals veel dokters en verplegend personeel ons de afgelopen maanden hebben geleerd. Dichtbij zijn om te dienen gaat verder dan puur plichtsbesef; Jezus gaf ons hiervan het grootste voorbeeld toen hij de voeten van zijn leerlingen waste: hij kleedde zich uit, knielde neer en maakte zijn handen vuil (vgl. Jh 13: 1-15).
Om je te verzoenen, moet je luisteren. God zelf leert ons dit: toen Hij zijn Zoon in de wereld zond wilde Hij met menselijke oren luisteren naar het gekerm van de mensheid: “Zo lief had God de wereld dat hij zijn enige Zoon gaf, […] zodat de wereld door hem gered zou worden ”(Joh. 3, 16-17). Liefde, de mens die verzoent en redt, begint met te luisteren. In de wereld van vandaag vermenigvuldigen de berichten zich. Maar we verliezen de houding van het luisteren. Enkel en alleen door nederig en aandachtig te luisteren kunnen wij ons echt waarachtig verzoenen. Dit jaar heerste er wekenlang stilte in onze straten. Een dramatische en verontrustende stilte die ons niettemin de gelegenheid bood om te luisteren naar de roep van de meest kwetsbare mensen, de ontheemden en onze ernstig zieke planeet. En door te luisteren, hebben we de gelegenheid om ons te verzoenen met onze naaste, met velen die afgewezen zijn, met onszelf en met God. Die nooit moe wordt ons zijn genade aan te bieden.
Om te groeien is het nodig te delen. Delen was een van de peilers van de eerste christelijke gemeenschap: “De grote groep gelovigen was één hart en ziel. Niemand beschouwde wat hem toebehoorde als zijn eigendom. Ze beschouwden alles als gemeenschappelijk. ”(Handelingen 4:32). God wilde niet dat de rijkdommen en de hulpbronnen van onze planeet slechts aan een handjevol mensen ten goede zouden komen. Nee, dat wilde de Heer niet! We moeten leren delen om samen zo te groeien dat niemand achterblijft. De pandemie heeft ons eraan herinnerd dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Dezelfde bekommernissen en angsten hebben leert ons dat wij het niet alleen kunnen redden. Om echt te groeien, moeten we samen groeien en delen wat we hebben, zoals de jongen die Jezus vijf gerstebroden en twee vissen aanbood ... En er was genoeg voor vijfduizend mensen (vgl. Joh. 6, 1- 15)!
Om te promoten moet je de andere betrekken. Dit deed Jezus met de Samaritaanse vrouw (vgl. Jh 4, 1-30). Hij benadert haar, hij luistert naar haar, spreekt tot haar hart, leidt haar dan naar de waarheid en verandert haar in een verkondiger van het goede nieuws: « Kom en zie een man die me alles heeft verteld wat ik gedaan heb. Zou hij niet de Christus zijn? » (v. 29). De drang om anderen te dienen verhindert ons soms hun rijkdom te zien. Als we de mensen die we helpen echt willen promoten, moeten we ze in dat proces betrekken en ze protagonisten maken van hun eigen herstel. De pandemie heeft ons eraan herinnerd hoe essentieel medeverantwoordelijkheid is en hoe we de crisis enkel het hoofd kunnen bieden wanneer iedereen erbij betrokken wordt – zelfs de meest onderschatte groepen mensen. We moeten "de moed vinden om ruimte te creëren waarbij iedereen zich aangesproken weet die nieuwe vormen van gastvrijheid, broederschap en solidariteit mogelijk te maken" (Meditatie, Saint-Pietersplein, 27 Maart 2020).
Om te bouwen, om iets tot stand te brengen, is samenwerken nodig. Dat beveelt de apostel Paulus aan de gemeenschap van Korinthe aan: “Alstublieft, broeders, in de naam van onze Heer Jezus Christus, laten we allen allen eenzelfde taal spreken; laat er geen verdeeldheid onder jullie zijn; wees volkomen één van zin en één van gevoelen” (1 Kor. 1:10). Het opbouwen van het Koninkrijk van God is een toewijding die alle christenen gemeen hebben en daarom is het nodig dat we leren samenwerken, zonder verleid te worden door jaloezie, tweespalt en verdeeldheid. En in de huidige context moeten we opnieuw bevestigen: "Deze tijd is niet de tijd voor egoïsme, want de uitdaging waarmee we worden geconfronteerd, verenigt ons allemaal en maakt geen verschil tussen mensen" (Boodschap Urbi et Orbi, 12 April 2020). Om het gemeenschappelijke huis te behouden en om het steeds meer op Gods oorspronkelijke af te stemmen, moeten we streven naar internationale samenwerking, wereldwijde solidariteit en lokale toewijding, zonder iemand buiten aan de deur te laten staan.
Ik zou willen eindigen met een gebed dat werd gesuggereerd door het voorbeeld van Sint-Jozef toen hij, om het Kind te redden, gedwongen werd naar Egypte te vluchten.
Vader, u vertrouwde aan de heilige Jozef het dierbaarste toe wat u had:
het Kind Jezus en zijn moeder,
om hen te beschermen tegen de gevaren en bedreigingen van goddelozen.
Geef dat ook wij zijn bescherming en zijn hulp ervaren.
Maak dat hij, die het lijden heeft gekend van wie die vluchten
voor de haat van de machtigen,
alle broeders en zusters moge troosten en beschermen
die worden opgejaagd door oorlogen, armoede en gebrek,
die hun huis en hun land moeten verlaten,
en die op weg gaan om in veiliger oorden een toevlucht te zoeken.
Help hen, door zijn tussenkomst, de kracht te vinden om vooruit te komen,
om steun bij verdriet en om moed bij beproevingen.
Geef aan wie hen verwelkomen een beetje tederheid
die zo eigen is aan deze rechtvaardige en wijze vader Josef, hij
die van Jezus hield als van een echte zoon en die Maria haar hele weg steunde.
Moge hij, die door handenarbeid zijn brood verdiende, voorzien in de behoeften
van wie het leven alles heeft afgenomen;
moge hij hun de waardigheid schenken van een betaalde arbeid
en de sereniteit van een thuis.
Dat vragen wij u door Jezus Christus, uw Zoon,
die door de heilige Jozef en de vlucht naar Egypte werd gered.
Wij vragen het u ook op voorspraak van de Maagd Maria,
van wie Jozef, volgens uw wil, hield zoals een trouwe echtgenoot doet.
Amen.
Rome, Sint-Jan van Lateranen, 13 mei 2020,
herinnering aan Onze-Lieve-Vrouw van Fatima
FRANÇISCUS
Copyright © Dicastero per la Comunicazione - Libreria Editrice Vaticana